Beste Teus,
een bijzondere kennis van mij zou het op prijs stellen met jou in contact te komen. Om zijn oor eens te luister te leggen, van gedachten te wisselen of zomaar om te weten dat er meer is tussen hemel en aarde. Zou jij voor hem een gebaar willen maken en de brug met geluidsgolven open willen draaien zodat de stromende stilte haar weg kan vervolgen? Mede namens mijn bijzondere vriend zie ik je reactie graag tegemoet. groet, Corné Beste Corné, Natuurlijk, iedereen is van harte welkom in het brugwachtershuisje en ik wil best een keertje filosoferen over wat er nog meer tussen hemel en aarde is. Maar geluidsgolven die de Hinthamerbrug kunnen openen! Weet je hoeveel ton dat brugdek weegt? Misschien ben ik iets te praktisch ingesteld voor dit soort kwesties? Toch probeer ik voor alles open te staan en als jouw vriend me een suggestie kan geven hoe ik die geluidsgolven kan opwekken, dan hou ik me aanbevolen. Vanavond even keihard Polonaise Hollandaise van Arie Ribbens gedraaid maar zelfs op vol volume bleef de brug gesloten. groet, Teus
0 Comments
Altijd sta ik stom op foto’s. Hoe ik ook mijn best doe, nooit is het wat. Neem nou deze foto! Die is toch om te huilen? Wat ik zie? Naast die stralend lachende Imke staat een sneu figuur. Sneu ja! Slecht zittend overhemd, het haar van iemand die net zijn bed uit is gekomen en vooral… die blik! Als een konijn dat gevangen is in de koplampen van een naderende auto. Een man die bangelijk zijn noodlot afwacht. Dat is wat ik zie. Niet iemand met wie je de oorlog wint.
Zou het helpen als ik eens wat vaker een gesprek zou aanknopen met een vrouw?
Met wapperende haren steekt ze net voor een passerende bus, schuin de Hinthamerbrug over en gooit haar fiets tegen het brugwachtershuisje. Ik weet bijna zeker dat ik haar eerder heb ontmoet. Maar wie is het ook al weer? Haar gezicht komt me vagelijk bekend voor maar er plakt geen naam aan vast.
‘Ha bruggenmannen, hoe is het hier?’ roept ze terwijl ze lachend door een windvlaag het huisje binnen wordt geblazen. Blijkbaar kent ze ons wel! Henk begint blij te kwispelstaarten, die weet dus wie zij is. Maar Henk hoeft geen namen te onthouden. Ik wél. Hoe ik ook prakkezeer, er schiet me zo gauw geen naam te binnen. ‘Hoe is het?’ zeg ik gladjes, ‘leuk om je weer eens te zien!’ ‘Goed,’ zegt ze, ‘ik dacht, ik ga eens kijken hoe mijn twee mennekes het maken!’ ‘Ik zal je even aan mijn collega voorstellen’, probeer ik, ‘dit is Krijn.’ Nu maar hopen dat ze haar naam aan Krijn noemt. ‘Doe niet zo gek Teus!’ roept ze, ‘zal ik niet weten wie Krijn is?’ Lieve help, ik val door de mand! Is dit het begin van het grote vergeten? De ouderdom? Hoe kan het dat ik de naam ben vergeten van deze prachtige vrouw? Was het niet iets met een K? Katinka? Klazien? Nee. Kato, Kelly… Dan hoor ik Krijn tegen haar zeggen: ‘Kopje koffie Imke?’ I-M-K-E! Natuurlijk, Imke! Godzijdank! Als ze na een halfuurtje weer verder gaat zegt Krijn treiterig: ‘jij had echt geen flauw benul wie het was hè?’ ‘Tuurlijk wist ik dat wel,’ snauw ik. Snel sla ik de krant open op zoek naar de sudoku. Sudoku’s schijnen goed te zijn om verkalkte hersens te trainen.
Gisteren maar weer eens geconstateerd hoe diep de dierenliefde bij Teus eigenlijk zit. Niet zo diep dus. Die paar regendruppels weerhielden hem er blijkbaar van om Henk fatsoenlijk uit te laten. De deur van het brugwachtershuisje werd even op een kier gezet en Teus spoorde Henk aan ‘om zelf maar even een plasje te doen’.
Ik kon het niet langer aanzien. ‘Laat mij maar even’, zei ik. Teus knikte me net iets te snel en het volgende moment liep ik met Henk de stromende regen in. Die leek gelukkig nergens last van te hebben, opgewekt blaffend rende hij achter de kraaien aan en begroette kwispelstaartend een kouwelijk bibberende hazewind. In de verte kwamen twee gedaanten onze kant opgelopen, een dame met een klein hondje. Beiden waren gekleed in precies dezelfde gele regenponcho. Het hondje keek ons vanonder zijn capuchon ongemakkelijk aan alsof hij zich een beetje schaamde voor zijn outfit. ‘Caesar houdt niet zo van regen,’ zei de vrouw en daarbij keek ze precies zo als haar hond, ’ ik trouwens ook niet.’ Ik wist niet zo goed wat ik hierop terug moest zeggen. Pal voor mij stond het bewijs dat mensen op hun huisdier gaan lijken. Maar ja, zoiets zeg je natuurlijk niet.
Plasje
Henk krabde met zijn poot tegen de deur om aan te geven dat hij naar buiten wilde. ‘Ik denk dat ie een plasje moet doen,’ zei ik. Teus had op dat moment even geen aandacht voor Henk. Hij ketterde via de marifoon tegen de Duitse eigenaar van een groot jacht die wilde weten wat de doorvaarthoogte was. ‘Dass können sie doch selbst im Almanach nachschlagen!‘ Teus keek me even met rollende ogen aan. Ik wees naar Henk, ‘hoge nood!‘ ‘Jaja, ga jij maar even met hem lopen.’ Even twijfelde ik of ik het wel goed had verstaan. Had hij me nou écht gevraagd om met Henk te gaan lopen? Zijn Henk? Voordat Teus op andere gedachten zou komen deed ik snel de riem om en stapte met Henk de deur uit. Die keek me eerst wat onwennig aan, zo van: Jij? Wat krijgen we nou? Maar nadat hij zijn eerste plasje had gedaan liepen we daar alsof we dat altijd al hadden gedaan. Na dat eerste plasje volgden nog ontelbare plasjes. Langs de Zuidwillemsvaart staan heel veel bomen en tegen elke boom moest Henk een geurspoortje achterlaten. Trots keek ik naar hem. Wat kon die hond geweldig piesen! Goed gemikt en met een elegante achterpoot omhoog. Om jaloers op te worden. Beeld: Bodhi (11 jaar)
Al zie je het niet aan hem af, Krijn is wat je noemt een échte Bourgondiër. Dat zal wel iets te maken hebben met dat ie altijd in Den Bosch heeft gewoond. Ze weten hier gewoon wat genieten is. Zelf kom ik niet verder dan een pot kapucijners open te trekken. Krijn daarentegen staat zeker een uur beneden in de keuken. De verrukkelijkste geuren vullen het brugwachtershuisje en als hij uiteindelijk boven komt met twee dampende borden is het altijd weer een verrassing wat hij gemaakt heeft. Gisteren aten we kip in wijn gestoofd. Lekker! Zo lekker eet je zelfs niet bij van der Valk.
‘Moet ik niet een keertje koken?’ stelde ik voor, ‘iets typisch Dordts.’ Ik zei het overigens zonder een idee te hebben van wát nou typisch Dordts is. Krijn lachte schamper. ‘Tss. Dordts zei je? Nee hoor, la maar!’ Wie kan me vertellen wat een echt Dordts gerecht is? Liefst simpel! Voor het geval ik tóch een keer moet koken. |
Ik ben Brugwachter Teus. Samen met mijn hond Henk woon en werk ik per 1 april in het brugwachtershuisje aan de Hinthamerbrug - Archieven
September 2021
Categorieën |