Luchtje II
‘Ruik jij dat ook?’ vraagt Teus als ik de trap op loop, ‘er hangt hier al dagen zo’n weeë lucht. Het lijkt verdomme wel of er ergens een dooie rat ligt te vergaan.’ Zelf rook ik niks bijzonders, ik had me net een uur lang opgedoft voor mijn volgende date. ‘Wacht es effe,’ zegt Teus terwijl hij me met afschuw aanstaart, ‘JIJ bent het die zo meurt! Man, wat heb je in vredesnaam uitgespookt?’ ‘Ik denk dat je mijn nieuwe luchtje ruikt,’ zeg ik, ‘een heel duur luchtje dus dan moet het toch écht wel lekker ruiken.’ ‘Duur of niet…,’ lacht Teus vals, ‘Je stinkt als een bunzing met darmproblemen!’ Of Teus het er om doet weet ik niet maar zijn opmerking sterkt me bepaald niet in mijn zelfvertrouwen en dat heb ik nu juist zo nodig. Probeer maar eens indruk op een vrouw te maken als je net te horen hebt gekregen dat je stinkt.
0 Comments
Luchtje
Als jongen ging ik nooit onder de douche. Bij ons aan boord werd zuinig omgesprongen met water, bovendien hadden we geen douche. Zomers doken we de plomp in en ’s winters gooide je een plens water uit de puts in je gezicht. Dat volstond. Haren werden gewassen met een blok groene zeep, er was één kammetje voor de hele familie en met een onderbroek deed je de hele week. Handen wassen voor het eten? Ik kan het me niet herinneren. En kijk me nu eens! Ieder ochtend een warme douche en na afloop een kloddertje Nivea om de huid soepel te houden. Aan geurtjes was ik tot nog toe nooit begonnen maar nu ik aan het daten ben geslagen kan ik er niet langer aan ontkomen. Dames schijnen gevoelig voor lekkere luchten te zijn. ‘Wat doet u als ik vragen mag?’ vroeg de dame in de parfumerie. ‘Oh eh, ik ben sluismeester’ ‘Is dát nou niet grappig,’ ze toonde me een perfecte glimlach, ‘ik dacht bij u meteen aan iets nautisch. Qua type past u helemaal in onze aqualijn; een simpele eau de toilette met frisse, citrusachtige tonen en een vleugje sandelhout.’ Ze pakte een mini-flesje. ‘Anders nog iets? Nee? Dat is dan 83 euro!’ Een beetje onthutst verliet ik de winkel. Wat een geld! Maar ja, wie-weet gaat het me met dit geheime wapen wél lukken in de liefde.
Naar school
NIET castreren! Dat was unaniem de reactie op mijn bericht over het plotselinge machogedrag van Henk. Een dame op het hondenveldje had me aangeraden om Henk te ‘helpen’ maar de reacties op Facebook logen er niet om: ‘Teus, toon dat je ballen hebt en ga met Henk naar de hondenschool!’ Okay okay… Alleen al om de naam heb ik me opgegeven bij hondenschool Zoete Lieve, dat klinkt in elk geval zacht en aaibaar. Spannend, volgende week ga ik voor het eerst sinds 53 jaar weer naar school!
2e date
Na eerst wat voorzichtig heen- en weer te hebben gemaild, heb ik vrijdag dan toch eindelijk de stem van Geeske gehoord. Een stem horen vertelt uiteindelijk meer dan alle mailtjes en brieven bij elkaar. Het had even geduurd voor Geeske mij haar nummer had gegeven. Ze is op haar hoede, merkte ik. ‘Ik heb wat vervelende ervaringen met mannen achter de rug’, schreef ze. Geeske klinkt vriendelijk, heeft een beschaafde stem met een fluweelzachte G. maar ze vertelde me duidelijk niet alles. Nou ja, in feite doe ook ik dat niet. Ik heb haar verteld dat ik sluismeester ben maar méér weet ze eigenlijk niet. ‘Zullen we eens afspreken?’ opperde ik. ‘We kunnen wat gaan eten?’ Na enige aarzeling ging ze akkoord. ‘Maar wát als ik nou meteen zie dat het niet gaat werken tussen ons? Dan moet ik nog een hele avond met je uitzitten.’ Ik probeerde haar gerust te stellen. ‘Ach Geeske, je moet maar zo denken, een mens moet toch eten!’ Gisteren zouden we elkaar om zes uur bij van de Valk treffen. Zoals gebruikelijk was ik ruimschoots op tijd en bestelde alvast een pilsje om mezelf wat moed in te drinken. Drie pilsjes later, het moet ondertussen na achten zijn geweest, kreeg ik een appje. ‘Het spijt me Krijn, ik liep vanavond het restaurant binnen, zag je daar zitten en wist gelijk dat jij het niet bent voor mij.’ Met een vierde pilsje heb ik mijn teleurstelling weg proberen te spoelen. En met een enorme Wiener Schnitzel. Een mens moet tenslotte eten, tóch?
Ballen
Terwijl Krijn in beslag wordt genomen door de reacties op zijn contactadvertentie ben ik met hele andere zaken bezig. Henk. Van een speelse pup is hij sinds een paar weken veranderd in een echte macho. Op het speelveldje gedraagt hij zich onbetrouwbaar ten opzichte van de andere honden, soms gromt hij en vorige week deelde hij plotseling een knauw uit aan een sullige labrador. Ik schaamde me een ongeluk. Ook vervelend: gisteren merkte ik dat mijn hondenvriendin Carla zich gauw met haar Bibi uit de voeten maakte toen ze mij en Henk aan zag komen. Behalve dat dominante gedrag is hij ook nog eens de hele dag hitsig! En helemaal nu er in de buurt een loopse beagle rondloopt. Wat nu? ‘Castreren!’ zei een dame op het hondenveldje, ‘dan worden ze een stuk gezeglijker.’ Maar ja… balletjes eraf? Ik vind het nogal wat voor een vent!
1e Date
Gisterenavond mijn eerste date met Ankie gehad. Doodeng! Ik zou haar op het station ontmoeten want Ankie zou met de trein vanuit Bergen op Zoom komen. ‘Kan ik lekker een wijntje drinken.’ Natuurlijk was ik veel te vroeg op het station. Zenuwachtig liep ik langs de winkeltjes, bladerde door een paar tijdschriften in de kiosk zonder dat iets me wist te boeien en voor alle zekerheid kocht ik een rolletje pepermunt (voor de frisse adem). Mijn nieuwe pak voelde aan als een dwangbuis, in de weerkaatsing van een etalageruit zag ik mezelf staan: een kruising tussen een doodgraver en een zware crimineel. Wat zou Ankies eerste indruk zijn? Precies op het afgesproken tijdstip kwam ze de trap afgelopen. Ze leek wat ouder dan op de foto; een moe en tobberig gezicht onder een futloos kapseltje. ‘Ik ben dus Ankie…’, zei ze met een dun stemmetje. Al gauw bleek dat we geen van beiden grote praters zijn. Ik dronk voor mijn doen veel te veel om alle ongemakkelijke stiltes maar niet te hoeven voelen. Na een klein uurtje sprak Ankie de verlossende woorden: ‘kom, ik moest maar weer eens op huis aan.’ Opgelucht bracht ik haar naar het perron en toen de trein eindelijk het station binnenreed gaven we elkaar vluchtig een hand, ‘Nou tot ziens dan maar...’.
Zaterdag werd dan toch eindelijk de envelop met reacties op mijn contactadvertenties bezorgd. Ik begon al te vrezen dat er niemand had gereageerd maar gelukkig hebben er uiteindelijk zes vrouwen op mijn oproep gereageerd. Twee schrijfsters vielen al meteen af, de een was volgens mij een grappenmaakster en de andere stuurde me vanuit de Oekraïne een slecht vertaalde standaardtekst. Maar de vier die overbleven zijn alleszins de moeite waard! Vooral de handgeschreven brief van ene Geeske maakte me nieuwsgierig al wist ik haar hanenpoten met moeite te ontcijferen. Verder een hele diepzinnige kaart van Ankie uit Bergen op Zoom. Ze schreef me dat ze ‘toe is aan een vast ankerpunt om in rustiger water ons beider levensavond kleur en inhoud te geven’. Mooi hè?
Teus vroeg me net iets té happig of er wat bijzat? ‘Mwah…’ zei ik zo vaag mogelijk. Natuurlijk weet ik dat hij dat niet kan uitstaan, maar wat mij betreft steekt Teus zijn neus net iets te graag in andermans zaken.
Contactadvertentie
‘Man,’ zei ik tegen Krijn, ‘kom nou eens onder die steen vandaan! Een contactadvertentie in de krant! Welke fossiel doet dat tegenwoordig nog? Dacht je nou écht dat een normale vrouw op zoiets reageert?’ Krijn wachtte ondertussen al ruim een week op reacties op zijn contactadvertentie in het Brabants Dagblad. Diep van binnen hoopte hij natuurlijk op een postzak vol smachtende brieven maar tot nog toe was de brievenbus leeg gebleven. Elke keer als de postbode langskwam zag ik hem nerveus opveren, pijnlijk om te zien. ‘Zoek toch gewoon een leuke dame op internet,’ zei ik, ‘net als iedereen.’ Ik had het nog niet gezegd of er stopte een fietskoerier die een grote envelop afleverde. ‘Als u hier even een krabbeltje wil zetten?’ Krijn pakte de envelop voorzichtig aan, stond er een tijdje besluiteloos mee in zijn handen, legde hem neer, pakte hem weer op en keek toen even verstoord mijn kant op. ‘Moest jij Henk niet eens uitlaten?’ Natuurlijk, ik ben de beroerdste niet. Iedereen heeft recht op z’n privacy, zelfs Krijn. Ik ben dus maar even met Henk gaan lopen al was het wel een korter rondje als anders. Ook liep ik aanzienlijk sneller, buiten adem kwam ik dus even later weer bij het brugwachtershuisje aan. ‘En?’ hijgde ik, ‘wat is de oogst?’ Op tafel zag ik een klein stapeltje brieven en kaarten liggen. Diep van binnen stroomde er een merkwaardige sensatie door mijn lijf. De liefde… Met bewondering keek ik naar Krijn. Hij dééd het toch maar. |
Ik ben Brugwachter Teus. Samen met mijn hond Henk woon en werk ik per 1 april in het brugwachtershuisje aan de Hinthamerbrug - Archieven
September 2021
Categorieën |