Eitjes
Ik zag hoe Riekje op haar versierde omafiets de brug op reed. Ze was een van de eersten die zich hier even kwam voorstellen, sindsdien zwaaien we naar elkaar. Ondanks de constante glimlach die op haar gezicht lijkt gebeiteld, hangt er altijd een zweem van stil verdriet om haar heen. Iets dat alle vrolijke bloemetjes die ze om haar stuur heeft gedrapeerd niet weg kunnen nemen. Ik wenkte haar. ‘Ik heb nog wat paaseitjes voor je!’ Zaterdag had ik een kilo gevulde eitjes ingeslagen die ik die nacht had verstopt op de brug. Ik had dat jaren op de Prins Hendrikbrug in Dordrecht gedaan en me voorgenomen om die traditie in Den Bosch voor te zetten. Maar om 11 uur op Paaszondag voelde ik het al, het was veel te warm. De chocolade was met het opkomen van de zon gaan smelten en een paar voetgangers waren al met hun nette zondagse schoenen in de chocola gestapt. Er zat niets anders op; de nog niet gesmolten eitjes raapte ik snel op en stopte ze terug in het zakje, de rest moest ik weggooien. Jammer. ‘Eitjes?’ Achter Riekjes ijzeren glimlach school argwaan. ‘Waarom deel je die zomaar uit? Eet ze zelf lekker op.’ In haar stem klonk de echo van een generatie moeders die hun dochters hadden opgevoed met: ‘Nooit lekkers aannemen van vreemde mannen. Die willen wat van je!’ Ik zag hoe ze naar me keek; een vreemde man die haar met wat eitjes wilde meelokken, de Quasimodo van de Hinthamerbrug. Ik ben ze daarna maar zelf gaan opeten. Het was bijna niet te doen, zo goor. Weke melkchocolade met een kleverige vanillevulling. Toch at ik door tot ze allemaal op waren. In mij klinkt namelijk de echo van een moeder die altijd riep: ‘eten gooi je niet weg!’
0 Comments
Leave a Reply. |
Ik ben Brugwachter Teus. Samen met mijn hond Henk woon en werk ik per 1 april in het brugwachtershuisje aan de Hinthamerbrug - Archieven
September 2021
Categorieën |