Al vanaf het begin dat ik hier zit erger ik me aan de lucht die in het brugwachtershuisje hangt: de zurige geur van Teus in combinatie met een vleugje wiet. Onaangenaam. Ik heb de ramen opengezet en een spuitbus met oceanbreeze leeggespoten maar niks lijkt er tegen te helpen. De boel schoonmaken dus. En niet van dat slappe gedoe met zo’n klamvochtig duizenddingendoekje! Nee, ouderwets schrobben en boenen zoals mijn moeder dat vroeger aan boord deed. God wat kon dat mens te keer gaan. Alles wat in ons piepkleine roefje stond gepropt moest naar buiten, gordijnen in het sop, kleden geklopt, emmers met zeep en soda werden naar binnen gedragen en tenslotte werd al het houtwerk in de boenwas gezet. Mijn zussen hielpen mee, ik en mijn broers kregen de vuile klusjes aan dek te doen. Of het regende of niet, voor ons was de roef de hele dag verboden gebied. Je kunt achteraf wel bedenken dat het nodig zal zijn geweest; het verzamelde vuil van negen lichamen die bovenop elkaar leefden in die kleine en oh zo knusse roef moest zo nu en dan worden weggepoetst.
Ik hoop dat mijn moeders aanpak helpt. Teus is weg en tóch ruik ik hem. Bah! Er zit dus niks anders op, ik zal net zo lang schrobben tot de laatste Teus-molecuul mijn huisje uit is.
0 Comments
Leave a Reply. |
Ik ben Brugwachter Teus. Samen met mijn hond Henk woon en werk ik per 1 april in het brugwachtershuisje aan de Hinthamerbrug - Archieven
September 2021
Categorieën |