Blozen
In één week tweemaal dezelfde vraag: ‘Gaat het wel goed met u?’ In de deuropening stond een vrouw. Ze deed me gelijk aan mijn moeder denken. Dezelfde blik! ‘Mama is niet boos, mama is een beetje verdrietig.’ ‘Ik ben mevrouw Verdieze van de dienst bruggen en sluizen. Wij hadden de indruk dat het niet zo goed met u gaat.’ ‘Wij?’ ‘Ja, tijdens het dinsdagochtendoverleg kwam Sluis 0 ter sprake. Een van de collega’s maakte zich zorgen over de rommelige aanblik die het huisje op het ogenblik geeft.’ Ze gebaarde naar de etensresten die op tafel lagen: een paar bakjes koude friet, een half opgegeten hamburger en wat lege blikjes. ‘Meneer Teus,’ ze zuchtte betekenisvol, ‘u snapt toch ook wel dat dit zo niet kan.’ ‘Ik heb er vanwege alle drukte nog geen tijd voor gehad, ik zal het straks wel even opruimen.’ ‘Dat is vriendelijk van u,’ zei mevrouw Verdieze, ‘maar zeg nou eens eerlijk, went het hier voor u al een beetje?’ ‘Oh ja! Prima! Ik heb het hier geweldig naar mijn zin!’ Ik zei het net iets te snel en mijn stem klonk eigenaardig hoog. Ze knikte naar me met die verdrietige glimlach, precies zoals mijn moeder me zou hebben aangekeken als ik weer eens had gelogen. Tegen mijn moeder viel niet op te liegen, die had me gelijk door. Dat kwam waarschijnlijk omdat ik als jongen snel bloosde. Ik verraadde mezelf door knalrood te worden. Zo ook vandaag. In zeker 50 jaar had ik niet meer gebloosd maar vandaag overkwam het me weer. Schaamte gloeide vanuit mijn nek op en zette beide wangen in brand. Als een stoute schooljongen zat ik daar, ik durfde mevrouw Verdieze niet meer aan te kijken. ‘Kan ik daar dan op rekenen meneer Teus?’ Pas toen ze de deur achter zich dicht had getrokken haalde ik weer adem. Zweetdruppeltjes liepen via mijn nek mijn overhemd in. Ik had het warm zoals ik het in geen 50 jaar warm heb gehad.
0 Comments
Politie
‘Gaat het wel goed met u?’ In de deuropening stond een agent die me met een zaklantaarn bescheen. Geschrokken krabbelde ik overeind. ‘Jazeker agent! Ik eh… ik was bezig met wat buikspieroefeningen.’ Terwijl ik de zin uitsprak hoorde ik zelf hoe ongeloofwaardig dit klonk. De agent keek me strak aan. ‘Buikspieroefeningen zegt u? Om half drie ’s nachts?’ ‘Ja ziet u, ik ben op het ogenblik bezig om een beetje af te vallen.’ Ik wees naar het affiche met buikspieroefeningen. Op tafel bewezen de restanten van een ongezonde maaltijd het tegendeel van mijn verhaal. Even meende ik iets van een glimlach op het gezicht van de agent waar te nemen. Ik kon het hem moeilijk kwalijk nemen. Dit zou wel eens uit kunnen groeien tot een hilarisch verhaal voor in de politiekantine. ‘Moet je horen! Dat brugwachtertje lag daar met zijn vette pens op de grond. Buikspieroefeningen! Geloof jij het? Jahahaha!’ Het gezicht van de agent stond weer strak. ‘Meneer, u heeft een aantal voorbijgangers het idee gegeven dat u niet goed was geworden. En erger nog. Een jonge dame belde totaal overstuur op omdat ze dacht dat er een dode man in het huisje lag.’ ‘Het spijt me,’ mompelde ik, ‘dat was natuurlijk niet mijn bedoeling.’ ‘Goed. Zullen we dan afspreken dat u deze gekkigheid niet meer uithaalt?’ ‘Ik zal het nooit meer doen agent.’ Afvallen is voor mij wéér een stukje moeilijker geworden.
Wies liet me vandaag weten het ‘top’ te vinden dat ik zo gezond aan het home-trainen ben, om er meteen aan toe te voegen dat ik dan wél de vette happen moet laten staan. Ja, makkelijk praten Wies! Van al dat sporten krijg ik zo’n gigantische trek! Vraag is dus: stoppen met eten óf stoppen met sporten? Blijkbaar lukt het me niet om het allebei gelijktijdig te doen.
Och help! Kan het zijn dat mijn weegschaal op hol is geslagen? En dat mijn overhemd is gekrompen in de was?
|
Ik ben Brugwachter Teus. Samen met mijn hond Henk woon en werk ik per 1 april in het brugwachtershuisje aan de Hinthamerbrug - Archieven
September 2021
Categorieën |